Skip to content

Time for Travis!

A drive down memory lane in a Morris Traveller.

In deze komkommertijd ( ‘silly season’,  in het Engels klinkt ‘t leuker) is het volgens mij wel gepast om een stukje over mijn markante bedrijfsauto te plaatsen.
Een Morris Minor Traveller dus, uit 1962.  ‘Very British indeed’, en feitelijk mijn handelsmerk.
 Veel Britten geven hun klassieker een koosnaam. En omdat ik niet achter wilde blijven, heb mijn ‘pride & joy’  op een gegeven moment Travis genoemd.

The car is the star.

Toen ik  in de historie van Travis dook,  kwam ik erachter dat hij ondermeer van een gepensioneerde politieman is geweest, dat hij jarenlang in een schuur onder het stof heeft gestaan (barnfind!), en dat hij zelfs een prominente rol gespeeld heeft als campagne-auto van de Green Party in de brandweerserie ‘London’s burning’! Tijdens de opnamen daarvan heeft een grote speaker op het dak lichte schade veroorzaakt. Lang heb ik niet geweten waar dat deukje nou vandaan kwam!
Travis was in het begin nog een beetje een ‘rolling restoration’.  Er was altijd wel iets aan te doen. Fijn is wel dat – hoewel de laatste Traveller in 1971 van de band rolde – alle onderdelen gelukkig nog op voorraad zijn.
Het hout heb ik een keer laten vervangen in Engeland. Dat zit er niet voor de sier op, maar maakt deel uit van de constructie. Met houtrot komt ‘ie dus niet door de APK. Dat essenhout beweegt namelijk veel tijdens het rijden, waardoor tussen de kieren vocht naar binnen kruipt als het regent. Ieder jaar even schuren en lakken voorkomt gelukkig veel leed, net als bij een bootje.

Travis als duurzaam alternatief.

Een paar jaar geleden was het echter tijd voor een Grote Opknapbeurt. Travis zag er wat vermoeid uit, wat natuurlijk niet zo vreemd is na 25 trouwe dienst.
In het Verenigd Koninkrijk zijn garages te vinden die bijna niets anders doen dan Minors goed en mooi op de weg te houden. Ik koos voor een gerenommeerd bedrijf vlakbij Bristol. Na afspraken gemaakt te hebben reed ik Travis ernaar toe. Als je daar aankomt voelt het als een ‘time warp’. Tot in alle hoeken staan Minors, van deplorabel tot showroom.
Travis is er stevig onder handen genomen, en in oude glorie hersteld. Nieuw hout en een frisse laklaag, nieuwe stoffering, het motorblok gereviseerd, rembekrachtiging, en de oude contactpunten vervangen door een elektronische ontsteking.
Na deze metamorfose is hij weer een  ‘headturner’ in het verkeer. Dat levert regelmatig een glimlach of een opgestoken duim op.

Travis gaat nog steeds niet erg hard, maar dat hoeft ook niet. Hij komt  toch wel overal. Soms vraagt  iemand mij weleens bezorgd of ik met Travis helemaal over de snelweg gekomen ben. Eh, ja dus.

Het stuur zit rechts, aan de sympathieke kant. Dat heb ik zo gelaten. Het levert ook leuke taferelen op als er een kind naast me zit.
En er kan erg veel in (‘It’s bigger on the inside!’). Toen mijn kinderen nog klein waren bleken er heel wat klasgenootjes in vervoerd te kunnen worden naar een feestje.

‘Contrary to popular belief’ is Travis  ook nog eens heel duurzaam. Een eenvoudige auto lang op de weg houden, met af en toe wat aanpassingen, is in tal van opzichten te verkiezen boven de gewoonte om iedere paar jaar iets geheel nieuws aan te schaffen (lees Durable Car Ownership van Charles Ware maar eens).

Travis & Doris the Morris.

Het klinkt een beetje als een degelijk huwelijk. 
Ooit bezat ik naast Travis een 2-deurs Morris Minor Saloon (een bolhoedje), ook Almond Green. Dat leek me handig als Travis even naar de garage moest, of als het te druk werd voor Travis alleen.
Maar Doris heb ik op een gegeven moment geruild tegen een klassieke Triumph motorfiets.  Momenteel slijt zij haar oude dag  in een Noord-Hollands privémuseum.  

Travis echter, die is ‘ready to go to infinity…and beyond!’